De Bhagavad Gita, vaak simpelweg bekend als de “Gita”, is een bekende en zeer geliefde spirituele tekst in India. Er zijn 700 verschillende verzen, allemaal geschreven in 300-400 BCE en het maakt deel uit van de epische Indiase tekst, de Mahabharata.
De hele tekst is een doorlopende dialoog tussen Prins Arjuna en Sri Krishna. Krishna is zowel raad als vriend van prins Arjuna. Het verhaal begint vlak voor een oorlog en prins Arjuna vraagt Krishna om advies. Prins Arjuna bevindt zich in een uitdagend en precair dilemma. Als hij doorzet met oorlog, zullen veel mensen verloren gaan, inclusief familieleden en vrienden. Terwijl het gesprek zich ontvouwt, maakt het plaats voor gesprekken over het doel van het leven, het drievoudige pad van yoga en de essentie van de ziel.
De Bhagavad Gita viert drie belangrijke marga’s of paden van yoga, en helpt de aspirant om zijn of haar eigen persoonlijke aard in te kaderen en af te stemmen op het hoogste doel, realisatie en vereniging met hogere liefde, of het alwetende en alomtegenwoordige bewustzijn dat het universum regeert.
Hoewel elk pad anders is, is de bestemming uiteindelijk hetzelfde. Het ene pad is niet hoger dan het andere; de lessen van elk bevatten eerder hun eigen unieke wijsheid die een geïntegreerd en evenwichtig beeld geeft van iemands relatie tot zichzelf en de hogere realiteit.
Deze drie paden zijn:
- Karma Yoga: het pad van onbaatzuchtige actie
- Bhakti Yoga: het pad van toewijding
- Jnana Yoga: het pad van zelfoverstijgende kennis
De Gita is populair om verschillende redenen, waaronder de nadruk op het middelste pad van yoga. Er zijn door de tijd heen in de yogageschiedenis suggesties geweest dat we ons uit het leven moeten terugtrekken en als kluizenaars moeten leven om de goddelijke verbinding te vinden die we zoeken. Sri Krishna leert dat deze mentaliteit onjuist is en dat dit soort opoffering onnodig en onbehulpzaam is. In plaats daarvan promoot Sri Krishna Karma Yoga, een onbaatzuchtig pad om anderen te dienen. Naarmate de tekst nadert, begint Sri Krishna het belang van Bhakti Yoga, het pad van toewijding, te benadrukken.
Door het hele verhaal heen combineert The Gita vakkundig de yogafilosofieën van karma, dharma, reïncarnatie, atman, brahman, maya en moksha in de dialoog. Zoals Krishna’s Arjuna adviseert over zijn omstandigheden. Krishna weeft in leringen over hoe Arjuna deze kennis kan gebruiken en deze kernfilosofieën kan toepassen op zijn situatie en zijn algehele leven, om hem van zijn lijden te verlossen en bevrijding en eeuwige vrede en tevredenheid te vinden. Als we Krishna’s voorbeelden en verhalen lezen, staan we ook klaar om deze leringen verder te begrijpen en toe te passen in ons eigen leven.
Geef een reactie